| 1) A binnenkomen in arbeidsstap |
| 2) X halthouden en groeten |
| 3) Voorwaarts in arbeidsstap C rechterhand |
| 4) K-X-M van hand veranderen |
| 5) Tussen M en C in arbeidsdraf |
| 6) C grote volte |
| 7) Voor A in arbeidsstap, A slangenvolte met 3 bogen |
| 8) C Halthouden, enkele seconden stilstaan. Voorwaarts in arbeidsstap |
| 9) Tussen C en H in arbeidsdraf |
| 10) A-X-A grote volte |
| 11) Tussen X en A in arbeidsstap |
| 12) A afwenden |
| 13) X halthouden en groeten |
| 14) Afstijgen en met het paard aan de hand de rijbaan verlaten. |
| 15) De houding en zit van de ruiter |
| 16) Het sturen van de ruiter |
| 17) Het goed doorlopen van de hoeken en de wendingen |
| 18) Het gereden zijn in het algemeen |
| 19) De verzorging van de ruiter |
| 20) De verzorging van het paard |